Planten in het najaar
Zodra de lente zich aandient, meestal in maart, krijgen we allemaal tegelijk de tuinkriebels. Het liefst pakken we alle tuinklussen tegelijk aan: snoeien, onkruid wieden, zaaien en nieuwe tuinplanten planten. Maar eigenlijk zou het veel verstandiger zijn als we tuinplanten in de herfst in de tuin zetten. Waarom?
1. In het najaar is de grond nog warm van de zomer en kunnen planten sneller wortelen. In de lente is de grond koud en dan kost het de plant veel meer energie. Dat betekent dat als je in het najaar plant, de plant al geworteld is in het voorjaar en zijn energie in groei kan steken in plaats van wortelen, met meer groen en bloemen als resultaat.
2. Nieuwe tuinplanten hebben in het begin extra water nodig. Plant je in de lente met steeds warmere en drogere perioden dan zul je ook meer gietertjes water moeten geven, of de tuinslang erbij moeten leggen. In de herfst regent het over het algemeen ook meer. Fijn voor de tuin en het scheelt je een hoop gesjouw.
3. De herfst is dé tijd om bloembollen te poten. Ga je een border aanleggen met vaste planten dan gaan de meeste vanaf mei, juni bloeien. Natuurlijk wil je dat je perk het hele jaar aantrekkelijk is om naar te kijken. Daarvoor zijn voorjaarsbloeiende bloembollen ideaal. Deze poot je van september tot december voor bloei vanaf januari (sneeuwklokjes) tot mei (tulpen). Een mooi overgangsbol is de sierui (Allium), deze bloeit in mei en overbrugt de tijd tussen de eerste bloeiende bloembollen en de vaste planten. Ga je de border in de lente aanleggen, dan ben je te laat – of te vroeg – om bloembollen te poten.
4. Het kan schelen in de kosten. Wil je bomen en struiken planten dan kun je deze vanaf november met kale wortels, dus zonder aarde eromheen, kopen. Het zogenaamde wortelgoed. En dat scheelt in de prijs!
Plant je in de herfst dan heb je in de lente alle tijd om te snoeien, wieden en zaaien. De rest is al gedaan. Wat een rust!